FAQ - Gevelstenen

Algemeen

De Vande Moortel handvorm en vormbak gevelstenen, vervaardigd uit gebakken klei zijn een natuurlijk, kwalitatief en duurzaam bouwmateriaal voor het creëren van een decoratief metselwerk. Onze kwaliteitsvolle bakstenen bestaan in verschillende kleuren en formaten en zijn verkrijgbaar in verschillende soorten afwerkingen (bezand, Wasserstrich, getrommeld, gesmoord,…). Naast de klassieke baksteenformaten hebben we als pionier in ecologische gevelstenen uiteraard ook een uitgebreid gamma aan ECO-7-size producten.

Vande Moortel biedt een rijk gamma aan gevelstenen aan, die geschikt zijn voor de gevelafwerking van gebouwen in elke bouwstijl.
Dit zowel voor nieuwbouw als renovatieprojecten. De gevelstenen zijn hoofdzakelijk bestemd voor niet-dragend metselwerk en kunnen zowel buiten als binnen worden verwerkt.

HOOGWAARDIGE KWALITEIT

Gevelstenen zijn van hoogwaardige kwaliteit. Het product dankt zijn sterke eigenschappen aan de zorgvuldige kleisamenstelling en de moderne technieken die worden toegepast tijdens het productieproces. Onze bakstenen worden geproduceerd in tunnelovens. Hierdoor verkrijgen ze hun unieke kwaliteit met een lage porositeit en hoge druksterkte. Bovendien zijn bakstenen zeer vorstbestendig, wat ze geschikt maakt voor diverse bouwprojecten.

ZEER LANGE LEVENSDUUR

Gevelstenen kennen een zeer lange levensduur van meer dan 150 jaar. In oude binnensteden vinden we dan ook vaak zeer oude bakstenen gevels terug. Bovendien zijn bakstenen meer dan één keer te gebruiken en kan baksteen volledig gerecycleerd worden.

VEELZIJDIGHEID

Onze gevelstenen, gevormd uit hoogwaardige klei, zijn in vele uitvoeringen verkrijgbaar. Door verschillende kleuren, formaten en metselwerkverbanden te combineren, krijgt iedere gevel een eigen, unieke uitstraling.
De keuze voor baksteen draagt bij aan een positieve beleving. De natuurlijke look van gebakken gevelstenen is ook perfect te combineren met uiteenlopende gevelbekledingsmaterialen zoals hout of gevelbepleistering.

KLEURECHT EN KLEURVAST

Baksteen is absoluut kleurvast. De kleur wordt bepaald door een receptuur van verschillende kleisoorten die bij verschillende temperaturen worden gebakken. Zo ontstaat een 100% kleurvast product dat in de loop der tijd geen verandering ondergaat. Door het spelen met de receptuur en de baktemperatuur ontstaat een kleurpallet aan gevelstenen, zonder toevoeging van artificiële pigmenten.

ONDERHOUDSVRIENDELIJK

Gevelstenen zijn bestand tegen uitzonderlijke omstandigheden en zijn bij een goed gevelontwerp en correcte uitvoering voor een zeer lange periode onderhoudsvrij.

100% NATUURLIJK EN MILEUVRIENDELIJK

Baksteen wordt uitsluitend vervaardigd uit natuurlijke grondstoffen. Het bevat geen elementen die schadelijk zijn voor het milieu. De kleiwinning gebeurt hoofdzakelijk regionaal met korte transportafstanden die de CO2-uitstoot beperken. Voor de productie wordt er gewerkt met de nieuwste tunnelovens die een laag energieverbruik hebben. Dat energieverbruik wordt tevens continu gemonitord.


Afhankelijk van de vormmethode kan men de stenen onderbrengen in verschillende types: een vormbak, een handvorm  of een strengperssteen. De producten zijn in kwaliteit erg aan elkaar gewaagd, maar verschillen van elkaar in look door oppervlaktestructuur, vorm en textuur. Ons assortiment gevelstenen bestaat uit handvorm- en vormbakstenen. Ze worden gekenmerkt door hun karaktervolle textuur die zorgt voor een uniek gevelbeeld.

 

De handvormsteen werd vroeger volledig met de hand vervaardigd door een bal klei in een houten vormbak te werpen. De productie van deze steen gebeurt tegenwoordig machinaal. Om te beletten dat de klei aan de vormbak blijft kleven, wordt de klei vooraf in zand gerold. Bij het inwerpen van de klei ontstaan met zand gevulde plooien aan de rand van de steen. Bij het bakken en drogen valt het meeste zand uit de plooien waardoor de stenen hun typisch generfd oppervlak bekomen.

Handvormsteen

Bij de vormbaksteen wordt de klei eveneens ingeperst in de vormbak en vervolgens nagewalst. Er wordt gebruik gemaakt van een fijnere zandkorrel in de vormbak. De stenen zijn hierdoor regelmatiger van vorm, gelijkmatiger bezand en hebben geen nerven. Het gebruik van water in plaats van zand om de klei uit de vormbak te halen, levert een onbezande steen (Wasserstrich) op, die de zuivere kleur heeft van gebakken klei.

De strengperssteen bestaat uit een strenge, halfdroge klei, die door een mondstuk geperst wordt en met een stalen snaar afgesneden wordt. Soms wordt de kleivorm bewerkt om een verweerd uitzicht te verkrijgen, bijvoorbeeld door bezanding. 

Het was lange tijd gebruikelijk om de baksteen naar de streek van herkomst te klasseren. Zo bestonden er vroeger: het Rijnformaat, Romeins formaat, Waalformaat, Hollands formaat, etc. Al deze formaten kenden een eigen afmeting.

Met het standaardiseren van de producten, het normaliseren van het productieproces en de komst van productnormen is deze manier van indelen achterhaald geraakt. De namen zelf zijn in een aantal gevallen wel nog steeds aanwezig in het vakjargon.

Verder heeft Vande Moortel enkele klassieke formaten hervormd naar een geoptimaliseerd, slanker en ecologisch ECO-7-size-formaat. Vande Moortel werd zo pionier op het gebied van gevelstenen op een breedte van 7 cm. Door deze ingreep hebben we de productie van dit duurzaam bouwmateriaal verder geoptimaliseerd op het vlak van grondstoffen, energie en duurzaam bouwen. De breedte van 7 cm is ook ideaal om deze gevelstenen te verwerken voor een sterk metselwerk.

 

 Algemene benaming

 Productie afmetingen

 l x b x h

 Collectie

 Langformaat LF510

 Ca. 500-510 x 100 x 40 mm

 Infinitum

 Hilversums formaat

 Ca. 240 x 115 x 38 mm

 Linea

 Ecologisch Hilversums formaat

 Ca. 240 x 76 x 38 mm

 Linea7

 Ecologisch Waalformaat WF

 Ca. 220-230 x 73 x 54 mm

 NATURE7 / Rustique7 sEptEm

 Dikformaat DF

 Ca. 210-215 x 100 x 65 mm

 NATURE10 / CREA / Rustique

 Module M50

 Ca. 192 x 92 x 52 mm

 Rustique 

 Module M65

 Ca. 192 x 90 x 62 mm

 Veldbrand

 Rijnformaat

 Ca. 188 x 90 x 45 mm

 Miniature

 

Wat is een Waalformaat?
Het Waalformaat is het meest traditionele formaat voor gevelmetselwerk. De afmeting bedraagt klassiek ca. 210 x 100 x 50 mm. Vande Moortel optimaliseerde dit formaat naar een breedte van ca. 7 cm. De lengte en hoogte zijn ongeveer hetzelfde gebleven. Ecologisch Waalformaat gevelstenen zijn verkrijgbaar in verschillende kleuren binnen ons gamma NATURE7, Rustique7 en sEptEm.

Wat is een Dikformaat?
Het Dikformaat is herkenbaar aan de hoogtemaat van ca. 65 mm. Dit is iets hoger dan het Waalformaat, wat ervoor zorgt dat je minder stenen per m² metselwerk nodig hebt en een hoog rendement heeft bij verwerking. Dikformaat wordt in Nederland vaak Waaldikformaat genoemd, elders ook wel Romeins formaat. Het benadert ook het klassieke Britse formaat. De afmeting bedraagt ca. 210-215 x 100 x 65 mm. Het Dikformaat is in ons gamma terug te vinden in de collectie NATURE10 , CREA en Rustique.

Wat zijn module formaten?
Ook veel voorkomend zijn de module formaten, die typisch iets kleiner zijn. Ze zijn beschikbaar in module 50 (ca. 192 x 92 x 52 mm) formaat en module 65 (ca. 192 x 90 x 62 mm) formaat. De module formaten zijn afgestemd op een modulair systeem. Dit betekent dat de lengte van de strek gelijk is aan tweemaal de breedte van de kop, samengeteld met de voeg. Ideaal te verwerken in klassieke metselwerkverbanden voor een landelijke stijl of pastorijwoning. De module formaten kunt u ook terugvinden in de reeks Rustique.

Wat is een Rijnformaat?
In onze collectie is de ‘Miniature’ het kleinste gevelsteenformaat. De afmeting bedraagt ca. 188 x 90 x 45 mm en is afkomstig van het Rijnformaat.

Wat is een Hilversums formaat?
De afmeting bedraagt ca. 240 x 115 x 38 mm. Het slanke zichtvlak leent zich ertoe krachtige architectuur en creatieve concepten te creëren.
Hilversums is ook verkrijgbaar in ons ecologisch formaat op een breedte van 7 cm. De elegante Hilversums bakstenen kan u terugvinden in de Linea en Linea7 reeksen in verschillende kleuren en texturen.

Wat is een langformaat?
Deze extra lange Infinitum gevelstenen zijn ideaal voor het accenturen van horizontale lijnvorming in decoratief metselwerk. De afmeting van dit formaat bedraagt ca. 500-510 x 100 x 40 mm.

 

De kleur van baksteen wordt in de eerste plaats bepaald door de kleisoort.
Er bestaan verschillende soorten klei:

IJzerhoudende klei is één van de meest voorkomende soorten en geeft een roodbakkende kleur. Rood is dan ook van oudsher de meest courante kleur bij baksteen in België aangezien de meeste lokale klei ijzerhoudende klei is.



Kalkhoudende klei vormt gele en heldere kleuren. Dit type klei werd vooral in de kustregio ontgonnen.

De natuurlijke samenstelling van de klei in de groeves kan verschillen van plaats tot plaats en varieert onder meer in de diepte. Om een homogene productie te bekomen, wordt de klei uit verschillende plaatsen van de groeves intens gemengd en worden er continue kwaliteitscontroles uitgevoerd. Dit belet niet dat bakstenen uit verschillende productieruns een verschil in kleurnuance kunnen vertonen. Deze kleine tintverschillen kunnen weggewerkt worden door de stenen uit verschillende pakken te vermengen tijdens het metselen.

 

 

Baksteen is absoluut kleurvast. De kleur wordt gevormd door een mengeling van eenvoudige minerale grondstoffen die bij welbepaalde temperaturen worden gebakken. Zo ontstaat een 100% kleurvast basisproduct dat mettertijd geen verandering ondergaat. Dankzij de natuurlijke kleurvastheid, kleurechtheid en de kwalitatieve eigenschappen is baksteen ook een uitermate circulair en herbruikbaar bouwmateriaal.
Naast de receptuur en ovenatmosfeer kan de kleur beïnvloed worden door de bezanding, zetwijze en nabehandelingen.

 

Bezande gevelstenen

De stenen worden gevormd in voorbezande mallen. Zand is in wezen hetzelfde soort natuurlijk mineraal als klei en zal dus ook een bepaalde kleur aannemen tijdens het bakken. Verschillende zandsoorten die aangebracht zijn op de stenen met een eigen natuurlijke kleur creëren dan weer nieuwe kleurtinten. Een ruim aanbod bezande gevelstenen is verkrijgbaar in Linea7, sEptEm en CREA formaat.

Onbezande gevelstenen - Wasserstrich

Wasserstrich stenen zijn geproduceerd in een vormbak, waarbij de klei in een mal geperst en gewalst wordt. Om de stenen weer uit hun mal te halen, wordt een techniek met water toegepast. Dit zorgt voor een zichtvlak met de typische gladde, pure kleistructuur van een Wasserstrich steen. De subtiele kleurnuances staan garant voor een levendig en speels gevelbeeld.

Onbezande Hand-Made gevelstenen

Onbezande Hand-Made gevelstenen worden op een traditionele wijze gebakken. Die bakwijze komt nog deels overeen met de bakwijze van de veldovensteen. Hierdoor ontstaat er een gedeeltelijk reducerend bakproces dat zorgt voor unieke kleurnuances.
De combinatie van de handmatige verwerking en de kolenbrand maakt elke steen uniek. Ook de aanwezige brandvlekken, of sintering, worden op authentieke wijze bekomen door kolen manueel rond te strooien tussen de gestapelde stenen voor ze gebakken worden. 

Getrommeld

De getrommelde gevelstenen worden bewerkt tot ze een verweerde vorm krijgen, waardoor het gevelvlak een authentieke, verouderde impressie nalaat.

Gesmoord

De kleisamenstelling van de bakstenen vormt de basis voor het bepalen van de baksteenkleur. Een bijkomend element dat de kleur bepaalt, is de ovenatmosfeer. Door het onttrekken van zuurstof tijdens het bakproces kunnen we de kleur van de stenen manipuleren. Met het volledig reducerend bakken verkrijgen we een ruim en gevarieerd kleurpallet aan grijstinten.

Gecementeerd en getrommeld

Onze unieke getrommelde en gecementeerde bezande vormbakstenen hebben dezelfde goede, technische eigenschappen en voordelen als andere nieuw geproduceerde gevelstenen, gecombineerd met een verouderde look voor een landelijke en rustieke uitstraling. Ontdek ons ruime gamma in de collectie Rustique in verschillende kleuren en formaten.

C-Coated

Zoals de naam verklapt, zijn C-Coated Bricks gehuld in een cement coating. Deze bezande gevelstenen worden in een cementbad gedompeld waardoor ze een wit genuanceerde kleur krijgen. De wit-grijze nuancering komt pas volledig tot uiting na het volledige uitdroogproces van de cementcoating. C-Coated Bricks zijn niet getrommeld waardoor ze uiterst geschikt zijn voor strakke en moderne woningen. De bakstenen bestaan in verschillende ondertoon kleurtinten en formaten.

Geglazuurd

De glazuurlaag geeft de gevelstenen een stijlvolle uitstraling voor een creatieve bakstenen gevel. Glazed Bricks zijn op aanvraag beschikbaar in een aantal kleuren.

Verwerking

 

Doorstrijken is metselen en voegen in één beweging. De metselaar metselt ‘vol’ en besteedt extra aandacht aan het vullen van de stootvoeg. Als de mortelspecie voldoende is aangetrokken, werkt de metselaar deze onmiddellijk af tot het gewenste voegtype, met behulp van een voegroller of voegspijker. Het meegaand voegen vereist een technische vaardigheid van de metselaar, maar is wel een duurzame voegafwerking.

De techniek is uiterst geschikt wanneer verdiept, glad voegwerk wordt verlangd. Doorstrijken is ook ideaal te combineren bij het metselen van onze ECO-7-size-gevelstenen met een diepte van 7 cm (sEptEm, NATURE7, Linea7 & Rustique7). Het uitkrabben van het metselwerk is niet nodig, waardoor er een breed mortelbed overblijft.

 

Met doorstrijk verkrijgt men geen platvolle of ruw afgewerkte voeg, maar een iets dieper liggende, gladde voeg, die het metselwerk een massieve indruk geeft. Er bestaan verschillende passtukken op de voegrollers om de diepte van de voeg aan te passen en deze bv. bolrond, plat of hol te maken. Stootvoegloos doorstrijkmetselwerk versterkt de horizontale belijning.

Ook logistieke voordelen kunnen een argument zijn om deze methode te kiezen. Wanneer bijvoorbeeld op grote hoogte wordt gewerkt en de inzet van steigers hoge kosten met zich meebrengt (flatgebouwen), kan ‘doorstrijk’ een betere keuze zijn.
Bij traditioneel metselwerk blijven de steigers na het metselen enige tijd staan, aangezien men pas kan beginnen met voegen als de metselmortel voldoende is uitgehard. De wachttijd bedraagt volgens de regel der kunst minimaal twee weken. Bij doorstrijken kunnen de steigers nadien onmiddellijk worden afgebroken.


Slijpstof is afkomstig van stof. Het komt voor bij het droog verzagen van bakstenen of gebruik van vuil slijpwater.
Bij droog verzagen kunnen de zaagranden en de aangrenzende oppervlakken van de gevelsteen vervuild raken door het fijn slijpstof.

Wij adviseren dan ook om de gevelstenen nat te verzagen.
Dit gebeurt altijd met zuiver water, een schone zaagtafel en in een nette omgeving.
Zaag op voldoende afstand van het metselwerk, rekening houdend met de richting van de wind om slijpstof op het metselwerk te vermijden.

 

Wat zijn uitbloeiingen? 

Uitbloeiing is in de meeste gevallen een gevolg van wateroplosbare zouten of vrije kalk komende uit de mortel of voegspecie. Bij overvloedig water of na een vochtige periode droogt het metselwerk uit en migreren de oplosbare zouten samen met het water naar het oppervlak waar ze uitkristalliseren en onder de vorm van een meestal witte uitbloeiing op het metselwerk zichtbaar worden.

Deze primaire uitbloeiingen zijn min of meer oplosbaar in water en kunnen geleidelijk aan verdwijnen onder invloed van regen en wind. Om de kans op primaire uitbloeiing te verkleinen, is het belangrijk vers metselwerk steeds voldoende te beschermen tegen overvloedige water- en vochtconcentraties.

Een andere vorm van uitbloeiing zijn kalkuitlogingen. Deze ontstaan wanneer het cement in contact komt met overvloedig water. Dit veroorzaakt op zijn beurt een chemische reactie. Door die chemische reactie ontstaat er, na het opdrogen, een zogenaamde kalksluier op de gevelstenen en deze laat hoofdzakelijk verticale stootvoegen achter. 

Vergipsing of vergrauwing op metselwerk is een andere vorm van uitbloei die maanden, zelfs jaren na het voltooien van het metselwerk op de gevel kan verschijnen. De secundaire uitbloeiingen zouden hoofdzakelijk te wijten zijn aan aanwezigheid van ettringiet en monosulfaten in mortel, die gevormd worden tijdens de hydratatie. Ook de aanwezigheid van hulpstoffen in de mortel zouden het proces beïnvloeden. De reactie die dit type uitbloeiing veroorzaakt, doet zich voor telkens het metselwerk aan bevochtigings- en drogingscycli wordt blootgesteld.

Ook gebeurt het dat vers metselwerk of pas gevoegd metselwerk met overvloedig water belast wordt. Het cement van de mortel spoelt dan uit over het metselwerk en wordt zichtbaar als een witgrijze uitbloeiing. Dit fenomeen wordt cementuitloging genoemd en kan vermeden worden door het metselwerk voldoende af te schermen tegen regenweer en vochtconcentraties.

Het fenomeen is nog niet volledig doorgrond en wordt verder onderzocht. Meer informatie kan u terugvinden of de websites van de Belgische baksteenfederatie en de vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek.  

Vergipsing manifesteert zich als een dunne, witgrijze waas die pas na enkele tijd op de gevel verschijnt . Deze waas kan in intensiteit toenemen en is nauwelijks oplosbaar in water, waardoor ze niet vanzelf vervaagt of verdwijnt door de invloed van weer en wind.

Studies stellen vast dat “vergipsing” zich voordoet op de aan regen en zon blootgestelde delen van het metselwerk en vooral aanwezig is op (zuid)westgevels. Kenmerkend is de scherpe begrenzing tussen het aan zon, weer en wind blootgestelde deel van de gevel en het beschutte gevelgedeelte.

Vergipsing is een complex probleem waarnaar sinds 2011 een uitgebreid wetenschappelijk onderzoek wordt gevoerd. 
Verdere samenwerking tussen baksteen- en mortelfabrikanten wordt zo geïntensiveerd om mogelijke oplossingen uit te werken.

Voorlopig kan uit de huidige studies worden geconcludeerd dat vergipsing voor een groot deel aan de toegepaste mortel kan toegeschreven worden. Ook de porositeit van de steen speelt een rol. 

Het beschermen van de gevel tegen overmatige blootstelling aan zon en regen, en het zorgvuldig selecteren van de juiste samenstelling van mortel vormen belangrijke stappen in de strijd tegen vergipsing.

 

Gevelmetselwerk wordt soms ontsierd door uitbloeiing of wituitslag. Deze meestal witte kristalafzettingen kunnen kort na de uitvoering verschijnen, maar ze kunnen ook verschillende maanden of jaren erna optreden.
De meest voorkomende vormen van uitbloeiing worden veroorzaakt door oplosbare zouten, die in de mortel zitten. Deze zijn onschadelijk en spoelen na een aantal maanden af door regen en wind. Helaas bestaat tot op heden geen enkele baksteen-mortelcombinatie die gegarandeerd uitbloeiingsvrij is. Wanneer echter alle regels van de kunst worden gevolgd bij het ontwerpen en optrekken van het metselwerk, kan het risico op uitbloei sterk verminderd worden.

Vande Moortel bakstenen zijn conform de Europese CE-regelgeving en dragen het BENOR-certificaat. De stenen worden in het kader van BENOR-certificatie verplicht onderworpen aan een uitbloeiingsproef volgens NBN B24-209.
Hieronder een overzicht van enkele belangrijke aandachtspunten bij ontwerp en verwerking van gevelstenen om uitbloeiing te voorkomen:

  • Voorkom reeds bij het ontwerp en uitvoering dat het metselwerk continu overbelast wordt met afstromend water door een correcte detaillering van dorpels, muurkappen en dakranden. 
  • Het wordt ten sterkste afgeraden bakstenen te metselen bij regenweer.
  • Bescherm vers metselwerk onmiddellijk bij regen tegen waterinslag over de bovenste 80 cm.
  • Bescherm vers metselwerk tegen overvloedig water door zo snel mogelijk de voorziene ofwel tijdelijke dekstenen, dakgoten, dakranden en afvoerpijpen plaatsen. Zo wordt vermeden dat er water kan afstromen op het metselwerk.
  • Gebruik steeds zuiver aanmaakwater voor de mortel. Het zand om de mortel aan te maken is niet vervuild en bevat zo weinig mogelijk zouten.

 

Vocht is de primaire oorzaak voor algen en mossen en staat daarom centraal in de preventie. Algen en mossen hebben nauwelijks kans om te groeien als de gevel niet nat wordt of na een natte periode snel droogt. Een goed ontwerp met aandacht voor detaillering bij de opbouw van het baksteenmetselwerk kan het risico op alg- en mosgroei dus verminderen.
Hierbij enkele voorbeelden van mogelijke oorzaken die regelmatig voorkomen:

  • Vochtinsijpeling via bovenliggende constructies: bv. lekkende dakgoot of schouwafvoer, vochtconcentratie door afwatering van daken of aangrenzende gebouwen, afdruipend water vanaf de raamdorpels.
  • Vers metselwerk wordt bij uitvoering onvoldoende beschermd tegen overvloedig water.
  • Schaduwrijke gevels krijgen minder zon, waardoor deze langzamer uitdrogen en gevoeliger zijn voor algen en mossen. Hoofdzakelijk zijn noordgevels en gevels die in een groene omgeving liggen gevoeliger.
  • Opspattend regenwater tegen de gevel door de omliggende verharding.
  • Losstaande geveldelen, balkonmuren, e.a. afgewerkt met een rollaag in plaats van gesloten muurkappen met voldoende overstek.

In traditioneel metselwerk bedraagt het voegpercentage 20 à 25%. Bijgevolg zal de voegkleur het gevelbeeld mee bepalen. Vaak wordt geopteerd voor kleur-op-kleur of toon-op-toon voegwerk. Dit voegwerk heeft dezelfde kleur als de steen en creëert een homogeen vlak. Wij kunnen u, op aanvraag, de gegevens bezorgen van de gebruikte morteltypes op onze panelen en foto’s. Wij raden aan een proefstuk te zetten en deze een week te laten drogen om een goed beeld van het resultaat te krijgen.

Vandaag kent het metselwerk met dunne voeg alsmaar meer succes. Bij dit metselwerk komt de kleur van de baksteen sterker tot uiting, al moet men rekening houden dat de schaduwwerking in de smalle, maar diepe voegen ook hier een invloed op de uiteindelijke kleur van de gevel heeft. Metselwerk met dunne voeg geeft de kleur van de baksteen het meest natuurlijk weer.

In België kan u bij onderstaande bedrijven terecht voor voeg- en constructiemortels:

 

Lijmmortel is een metselmortel die speciaal is bedoeld voor het verwerken van metselwerk met voegen van 3 tot 6 mm. Deze mortel heeft door toevoeging van bepaalde harsen een hogere hechtsterkte tussen de baksteen en mortel dan een klassieke mortel. Bouwtechnisch wordt deze extra sterkte zelden benut, maar is het vooral een esthetische keuze. Lijmmortel wordt niet met een truweel aangebracht, maar wel met een daartoe ontwikkelde lijmpomp of spuitzak.

Dunmortel is eveneens geschikt voor dunne voegen van 4 tot 8 mm. Metselen met dunbedmortel situeert zich tussen traditioneel vermetselen en het verlijmen van gevelstenen. De techniek is aanbevolen wanneer men een gevel wil verkrijgen met hetzelfde uitzicht als bij het verlijmen en deze op traditionele wijze met een truweel (troffel) wil opbouwen. Dunmortel wordt soms ook met een pomp of spuitzak aangebracht.

Beiden zijn dus geschikt om gevelstenen te verwerken met voeg van 5 à 6 mm, wat ideaal is voor metselwerk. Esthetisch heeft een gevel, opgetrokken met dunbedmortel, hetzelfde beeld als een verlijmde gevel, maar niet de constructieve meerwaarde daarvan. De keuze tussen 2 mortels wordt dus meestal bepaald door de verwerkingstechniek die de aannemer zal toepassen.

Lijmmortel

Lijmmortel

Dunbedmortel

Dunbedmortel

 

Dilatatievoegen in een bakstenen gevel zorgen ervoor dat het uiteenzetten en het krimpen van het metselwerk vrij kan optreden. Onder invloed van schommelingen in het klimaat en temperatuurverschillen tussen het binnen- en buitenspouwblad ontstaan namelijk spanningen. In grote gevelpartijen kunnen deze spanningen scheuren veroorzaken als de noodzakelijke dilatatievoegen niet voorzien zijn.
Het aantal dilatatievoegen en de positie in het metselwerk wordt uitgewerkt in het dilatatieplan, dat wordt opgesteld door de architect of stabiliteitsbureau conform de bepalingen van Eurocode 6 en de richtlijnen in de STS 22 ‘metselwerk voor laagbouw’.

Afstand tussen verticale dilatatievoegen

In de TV 271 en de STS 22 zijn enkele vuistregels opgenomen voor de afstanden tussen de dilatatievoegen. De aanbevolen maximum afstand tussen verticale dilatatievoegen in ongewapende, niet-dragende wanden bedraagt voor baksteenmetselwerk 12 m. Door een oordeelkundig gebruik van lintvoegwapening kan de afstand tussen de dilatatievoegen verhoogd worden tot 18 m.

Afstand tussen horizontale dilatatievoegen
Een horizontale dilatatievoeg moet volgens de TV 271 en de STS 22 voorzien worden op een onderlinge afstand niet groter dan 6 à 9 m. In de praktijk zullen deze voegen voorkomen bij gebouwen vanaf 2 of 3 bouwlagen. Het verwerken van lintvoegwapening in het baksteenmetselwerk heeft geen invloed op de afstand tussen de horizontale uitzettingsvoegen.

 

Spouwankers worden altijd voorzien bij geïsoleerde spouwmuren. Ze verbinden het binnen- en buitenspouwblad met elkaar en brengen de krachten die inwerken op het buitenspouwblad over op het binnenspouwblad. Bijkomend zorgen de spouwankers voor de bevestiging van de isolatie tegen het binnenspouwblad.

 

Soorten spouwankers

Spouwankers bestaan in verschillende materialen, vormen en afmetingen afhankelijk van de toepassing, de gebruikte materialen voor het binnen- en buitenspouwblad (houtskeletbouw, snelbouwmetselwerk, staalbouw), de verankeringslengte en de verwerking van de gevelstenen (traditionele voeg of dunne voeg). Zo zijn er voor dunne voegen speciale spouwankers met een plat uiteinde. Met de toename van isolatiediktes wordt er vooral gebruik gemaakt van spouwankers met isolatieplug. Ze verankeren zowel de spouwmuur als de isolatie zonder koude brug.
Gebruik corrosiebestendige spouwankers conform NBN EN 845-1 met staalkwaliteit RVS AISI 316 (A4). Informeer bij de leverancier voor de gepaste spouwankers.

 

Aantal spouwankers

Het aantal spouwankers per m² metselwerk is opgenomen in de STS 22 ‘metselwerk voor laagbouw’ en is onder andere afhankelijk van de breedte van de spouw en de gevelsteen, de hoogte van de muur en het windgebied. Informeer bij ons voor bijkomende info.

 

Aandachtspunten bij het plaatsen van spouwankers

  • Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een thermische onderbreking door eerst een kunststofplug aan te brengen in het binnenspouwblad.
  • Breng de spouwankers zo veel mogelijk verspringend aan.
  • De minimale inbedlengte bedraagt doorgaans 40 mm.
  • Uitzetten van de spouwankers op de lagenmaat kan voorkomen dat spouwankers schuin of gebogen geplaatst worden in de spouw. Eventueel kunnen de spouwankers licht afhellend naar buiten geplaatst worden. Bij spouwankers met een waterdrup wordt deze naar beneden gericht.
  • Bij voorkeur geen spouwankers door waterkeringen aanbrengen. Mocht dit toch noodzakelijk zijn, dan worden deze licht afhellend naar buiten aangebracht, het gaatje afgekit en isolatiedoppen toegepast.

 

 

Alle beschikbare kleuren en formaten zijn te combineren in verschillende soorten legverbanden. Hierdoor is er enorm veel ontwerpvrijheid.
Wij geven u graag een aanzet met een overzicht van de meest toegankelijke legverbanden.

 

Wildverband

Ook bij wildverband zijn er aanwijzingen voor een mooi gevelbeeld. Zo wordt op de hoeken steeds gestart met een kop, drieklezoor of een strek. In regel worden niet meer dan vijf strekken naast elkaar geplaatst. Voor een zacht gevelbeeld kunnen meer opeenvolgende strekken verwerkt worden. Verder dient het aantal sprongen boven elkaar of schuin boven elkaar beperkt te worden tot minder dan vijf.

Halfsteensverband

Dit is het meest traditionele verband voor een baksteengevel. De verticale voegen verspringen met een halve steen.

 

1/3e verband

Dit is een variant op het halfsteensverband. De verticale voegen verspringen met 1/3e steen. Mooie resultaten worden verkregen met een dunne voeg en onze sEptEm reeks.

Kruisverband

Het metselwerk bestaat uit opeenvolgend een laag strekken en een laag koppen. Dit verband wordt gecombineerd met de Rustique collectie in module 50 of Waaldikformaat.

 

Kettingverband

Dit is een variant op het Vlaams verband. Alle lagen bestaan uit opeenvolgend een kop en twee strekken.

Vlaams verband

Alle lagen bestaan uit opeenvolgend een strek en een kop. Dit verband wordt vooral gebruikt in rustieke bouwstijlen.

 

Claustra of Braziliaans verband

Dit sierverband wordt gekenmerkt door openingen in het metselwerk door het weglaten van stenen volgens een welbepaald patroon. De ontwerpvoorwaarden zijn terug te vinden in de Eurocode 6. Informeer bij ons voor bijkomende informatie.

Verticaal verband

De doorlopende lintvoegen zijn verticaal georiënteerd door klassieke verbanden 90° te draaien. De ontwerpvoorwaarden zijn terug te vinden in de Eurocode 6. Informeer bij ons voor bijkomende informatie.

 

Stapelverband

Dit verband is opgebouwd uit strekken die recht boven elkaar worden gestapeld. Het is constructief een zwak verband en een vaste maatvoering is noodzakelijk voor een mooi resultaat. Voor sommige steentypes wordt de verticale voeg iets breder genomen.

Sierverband

In dit metselwerk kunnen ontwerpers ook sierverbanden verwerken zoals een blokverband, visgraat, …

 

Verspringend metselwerk

Het verspringend metselwerk wordt gekenmerkt door het verspringend inwerken van bakstenen waardoor een speelse gevel wordt gecreëerd. De ontwerpvoorwaarden zijn bepaald in de Eurocode 6. Informeer bij ons voor bijkomende informatie.

 

Energiezuinig en duurzaam bouwen, bewust omgaan met grondstoffen en rationeel energiegebruik worden voor iedereen steeds belangrijker. In deze context was Vande Moortel een pionier in het herdimensioneren van het duurzame en milieuvriendelijke materiaal baksteen tot een geoptimaliseerd ecologisch en slanker formaat. Met de reeksen Linea7, sEptEm, Rustique7 en Nature7 is er een ruim aanbod ecologische gevelstenen op een breedte van 7 cm.



Voordelen van het ECO-7-size-formaat

30% minder COuitstoot

Een geoptimaliseerde prijs-kwaliteitsverhouding

Te verwerken met traditionele technieken

Dezelfde kwaliteit en levensduur als het klassieke formaat

Efficiënter transport

Minder grondstoffen bij de productie

Minder energieverbruik bij productie

 

Voor meer info over ons ecologische baksteenformaat verwijzen we je graag naar www.vandemoortel.be/nl/ECO-7-size

 

Wat is een claustraverband?


Het claustraverband, ook wel Braziliaans verband genoemd, wordt gekenmerkt door openingen in het metselwerk. Stenen worden weggelaten volgens een welbepaald patroon. Het kan voorzien worden om esthetische of praktische redenen zoals de luchttoevoer of natuurlijke verlichting in bv. fietsenbergingen, parkeergarages of traphallen.


Een decoratieve gevel met claustraverband


Vande Moortel gevelstenen worden al verschillende jaren gekozen voor decoratieve metselwerken in claustraverband. De architect heeft een grote ontwerpvrijheid, maar dient ook rekening te houden met de stabiliteit van het metselwerk. Claustraverband kan als een subtiel detail in de gevel worden verwerkt of over een grotere zone.
Laat u alvast inspireren:

 

Septem 1014 – regelmatig claustraverband

Septem 1014 – regelmatig claustraverband

Linea 3011 – balkon afgewerkt in claustraverband

Linea 3011 – balkon afgewerkt in claustraverband

Infinitum 1036 – claustraverband in langformaat gevelstenen voor een gebroken lichtinval op de zuidgevel

Infinitum 1036 – claustraverband in langformaat gevelstenen voor een gebroken lichtinval op de zuidgevel


Verticaal metselwerk wordt gekenmerkt door klassieke verbanden 90° te draaien zodat de doorlopende lintvoegen verticaal zijn. Verticale verbanden zijn de laatste jaren steeds frequenter terug te vinden in architectuurontwerpen om meer variatie te krijgen in de gevels.

Het staand metselwerk kan uitgevoerd worden in allerlei metselwerkverbanden, bv. halfsteensverband, wildverband, etc. Voor een goede spreiding van de belasting wordt beter geen stootvoegloos metselwerk toegepast. Ook steenstrips zijn geschikt voor de uitvoering van verticaal metselwerk.

Laat je inspireren door enkele voorbeelden:

Nature7 Brick B - Combinatie verticaal en horizontaal metselwerk

Nature7 Brick B - Combinatie verticaal en horizontaal metselwerk

Infinitum 1036 – bakstenen gevel opgetrokken in staand metselwerk

Infinitum 1036 – bakstenen gevel opgetrokken in staand metselwerk

Septem 7038 – verticaal metselwerk onder de dakrand

Septem 7038 – verticaal metselwerk onder de dakrand

Linea 1017 – moderne gevel met een speels accent in verticaal gebogen metselwerk

Linea 1017 – moderne gevel met een speels accent in verticaal gebogen metselwerk


Verspringend metselwerk wordt gekenmerkt door het verspringend inwerken van bakstenen waardoor een speelse gevel gecreëerd wordt. Ook door gevelstenen met verschillende breedte op één lijn te plaatsen aan de binnenkant van de muur (in de richting van de spouw van de spouwmuur) kan men een decoratief metselwerk met reliëf opbouwen.

Door de gevel te laten verspringen worden excentriciteiten gecreëerd in het metselwerk. De ontwerpmogelijkheden en toegelaten verspringing zijn hierbij afhankelijk van het ontwerp.
Door gebruik te maken van gevelstenen met verschillende breedte kan men vaak de meest geaccentueerde gevels bekomen. Ons uitgebreid gamma aan kleuren en formaten is hiervoor zeer geschikt.

 

Reliëfmetselwerk van twee gevelsteenformaten: Nature7 Brick R en Linea 7036

Reliëfmetselwerk van twee gevelsteenformaten: Nature7 Brick R en Linea 7036

Het uitzicht van het metselwerk wordt sterk beïnvloed door de voeg, met name: de kleur en voegdikte, het voegtype en de structuur van de voeg (glad, grof, geborsteld, …). Metselwerk bestaat immers uit ca. 25 % voegaandeel.

Kleur van de voeg

Opvoegen van metselwerk gebeurt met speciaal aangemaakte voegmortel. De voeger gebruikt hiervoor geprefabriceerde voegmortel of een eigen samenstelling van zand, cement en water. De keuze van de cement- en zandsoort bepaalt dan de voegkleur. Voor de klassieke kleuren kunnen volgende zandsoorten gebruikt worden in de vooraf bepaalde correcte mortelsamenstelling:

  • voor een grijze kleur: rijnzand
  • voor een crème kleur: duinenzand
  • voor een bleke kleur: wit zand

Geprefabriceerde voegmortels zijn verkrijgbaar in verschillende kleuren. Indien u interesse heeft, kunt u bij ons de lijst opvragen van toon-op-toon kleuren van een aantal mortelproducenten. Dit betekent dat de kleur van de bakstenen bijna dezelfde is als de voegkleur voor een vlak gevelbeeld. Meer info over de voegkleuren kan je hier vinden.

Voegdikte 

Metselwerk wordt gekenmerkt door lintvoegen (horizontale voegen) en stootvoegen (verticale voegen). In traditioneel metselwerk hebben de lintvoegen een dikte van respectievelijk 10 à 12 mm. De stootvoegen hebben een dikte van ca. 10 mm.
Voor gevels met een dunne voeg van 5 à 6 mm zal de ruwheid en onregelmatigheid van de bakstenen mee bepalen welke voegdikte het best kan aangehouden worden. Daarom is het aan te raden om eerst een proefmuurtje op te stellen.

Voegtype

De voegen worden onderscheiden in verscheidene voegtypes. In de volgende tabel is een overzicht te vinden:

Licht verdiepte voeg

Een veel voorkomende voegafwerking waarbij de voeg enkele mm terugliggend glad is afgewerkt waardoor de vorm van de steen benadrukt wordt.

Verdiepte voeg >2mm

De voeg wordt meer terugliggend aangebracht. Toegepast op de Vande Moortel Linea of Infinitum reeks, kan men zeer mooie verengende lijneffecten creëren. Deze kunnen nog versterkt worden door stootvoegloos te werken. Dit werd ook vaak toegepast in de zogenaamde Dudok-architectuur.

Platvol gladde voeg

Deze ook vaak voorkomende voegvorm creëert een vlak gevelbeeld en laat de voeg als het ware opgaan in de gevelsteen.

Platvol geborstelde voeg

Door de voegmortel eerst rijkelijk aan te brengen en nadien af te borstelen creëert men een ruwe structuur met authentiek karakter. Het is een zeer geschikte voegafwerking voor de collectie Rustique.

Schaduwvoeg

De lintvoeg is schuin naar boven afgewerkt, waarbij de stootvoeg meestal glad plat wordt uitgevoerd. Hierdoor ontstaat een schaduw op de voeg die de horizontaliteit extra benadrukt. Deze wijze geeft mooie effecten toegepast op de stenen uit de Linea reeks.

Geknipte voeg

Minder vaak voorkomend is de geknipte voeg, waarbij de voeg enkele mm boven de steen wordt aangebracht. Dit werk dient enkel uitgevoerd te worden door een échte specialist.

Holle voeg

De voeger gebruikt een bol voegijzer om de specifieke vorm te creëren. Dit resulteert in een metselwerk met een accent op de gevelsteen.

 

Het optrekken van de gevels verloopt op traditionele wijze met mortel en truweel. Klassiek metselen is de meest vertrouwde manier voor metsers. Een vaak gekozen voegbreedte is 10 tot 12 mm. Tijdens het traditioneel metselen zal de metselaar de voegen gedeeltelijk uitkrabben. Na het verharden van het metselwerk werkt de voeger vervolgens de voegen af.

In een landelijke of pastorie bouwstijl wordt steeds klassiek gemetseld. Ook in hedendaagse woningen, die vaak erg modern kunnen zijn wordt klassiek gemetseld. Ze hebben een klassiek karakter waarbij de ontwerper alle vrijheid heeft in het kiezen en toepassen van metselverbanden en voegtypes.

Voorbeeld klassiek metselwerk in wildververband – Oude Laethem – Landelijke stijl

Voorbeeld klassiek metselwerk in wildververband – Oude Laethem – Landelijke stijl

Voorbeeld klassiek metselwerk in halfsteensverband – Crea 8012 - Hedendaags

Voorbeeld klassiek metselwerk in halfsteensverband – Crea 8012 - Hedendaags

Voor gevels met een dunne voeg zal de ruwheid en onregelmatigheid van de bakstenen mee bepalen welke voegdikte het best kan aangehouden worden. Daarom is het aan te raden om eerst een proefmuurtje op te stellen.
Via de opbouw van een proefmuurtje, bestaande uit een aantal steenlagen met verschillende voegdiktes van 5 à 6 mm, kan men de strakheid van de gevel weergeven. Het belangrijkste criterium is de vlakheid van de lintvoeg en niet zozeer het beperken van de voegdikte.

Er zijn twee methodes voor metselwerk met dunne voegen, namelijk met lijmmortel of dunmortel. Het uitzicht van een gevel opgetrokken met dunmortel heeft hetzelfde beeld als een verlijmde gevel, maar niet de constructieve meerwaarde daarvan. De keuze wordt meestal bepaald door de verwerkingstechniek die de aannemer zal toepassen.

Dunmortel wordt vaak gekozen wanneer men op traditionele manier, dus met een truweel de mortel wil aanbrengen. Voor de bouw van gelijmd metselwerk wordt een spuitzak of lijmpomp gebruikt. De mortel wordt steeds voldoende terugliggend aangebracht zodat de mortellijm ongeveer 1 à 2 cm terugspringt t.o.v. het gevelvlak. Wel dient men er steeds voor te zorgen dat er voldoende hechtvlak is voor de mortel en dat de spouw achteraan mortelvrij blijft.

Het metselwerk wordt nadien niet opgevoegd. Dunmortels en lijmmortels zijn verkrijgbaar in verschillende kleuren. Indien u interesse heeft, kunt u bij ons de lijst opvragen van toon-op-toon kleuren. Dit betekent dat de kleur van de bakstenen bijna dezelfde is als de voegkleur voor een vlak gevelbeeld met een strakke look.

Voorbeeld dunne voeg – Linea 1017 – moderne architectuur

Voorbeeld dunne voeg – Linea 1017 – moderne architectuur


Doordat er nadien niet opgevoegd wordt, bepaalt de kleur van de gevelsteen het geveluitzicht, terwijl de verdiepte voeg de contouren van de gevelstenen accentueert. Het resultaat is een gevel met strakke en moderne architectuur. Onze volledige collectie handvormstenen en vormbakstenen kan verwerkt worden met dunne voeg vanaf 5 à 6 mm. Die voeg wordt bepaald door het opstellen van een proefmuurtje.

De keuze van de plaatsingstechniek is afhankelijk van de werkomstandigheden en organisatie. Zo is voor gelijmd metselwerk het gebruik van de lijmpomp geschikt voor lange gevels met een beperkt aantal onderbrekingen en details. Ook dient men rekening te houden met de beperkte tijd dat mortellijm open mag blijven. Een goede organisatie is belangrijk om de lijm tijdig te verwerken, zeker bij warme weersomstandigheden. Voor kleinschalige projecten is de spuitzak vaak het meest geschikt omdat deze zeer flexibel is in gebruik.

Dunmortel is beter geschikt wanneer de aannemer vertrouwd is met de klassieke verwerking met truweel. Indien gewenst kan ook een iets bredere voeg aangehouden worden tot 6 à 8 mm. Er wordt vaak voor dunmortel geopteerd met onze Hand-made gevelstenen omwille van hun ruwe karakter.

Gevelmetselwerk heeft voornamelijk een esthetische functie en schermt het gebouw ook af van regenwater.
Het gevelmetselwerk vormt het buitenblad in een ontdubbelde gevel, meestal de spouwmuur genoemd. 


Eerste bescherming tegen neerslag

Bij een fikse stortbui krijgt het buitenspouwblad heel veel water te verwerken. Dankzij het waterbufferend vermogen van baksteenmetselwerk wordt een groot deel hiervan opgezogen in de baksteen. Het grootste deel loopt aan de buitenzijde van het gevelmetselwerk naar beneden. 

Tweede bescherming tegen neerslag
Na verloop van tijd slaat het water onder aangehouden beregening door naar de spouw en loopt het langs de spouwzijde of binnenzijde van het gevelmetselwerk naar beneden. Dit water wordt onderaan de gevel en boven lateien, langs de open stootvoegen naar buiten gevoerd door de waterkering. Deze tweede barrière maakt het onmogelijk voor het water om tot in het gebouw door te dringen.

Voor de keuze van de metselmortel kan steeds advies gevraagd worden bij de mortelleverancier.
De juiste mortelkeuze wordt gemaakt volgens:

  1. de sterkte-eigenschappen en omgeving van het metselwerk
  2. de technische eigenschappen van de gevelsteen (IW-klasse)
  3. de gewenste voegdikte
  4. de verwerkingstechniek bij het metselen

Het is belangrijk dat de mortel altijd afgestemd is op de initiële wateropnameklasse (IW-klasse) van de gevelsteen zoals vermeld in onze technische fiche die Vande Moortel beschikbaar stelt op de website.

De metselmortels kunnen ingedeeld worden volgens het gewenste uitzicht van het metselwerk waarvoor aangepaste morteltypes ontwikkeld zijn:

  • metselmortel voor klassiek metselwerk
  • metselmortel voor dunne voegen

 

Metselmortel voor klassiek metselwerk

Heel vaak worden de gevelstenen verwerkt met een klassieke voeg van 10 tot 12 mm. Het metselwerk wordt nadien opgevoegd. Klassieke metselmortel kan aangemaakt worden op de werf of kan bestaan uit een industriële vervaardigde mortel. Deze bieden het voordeel dat er kan gewerkt worden met een mortel van gecertificeerde kwaliteit.

Doorstrijkmortel
Soms wordt het metselen en voegen in één fase afgewerkt. Men spreekt van doorstrijkmetselwerk. Hiervoor zijn speciale doorstrijkmortels ontwikkeld, verkrijgbaar in verschillende kleuren.

Bastaardmortel
Bastaardmortel is een alternatieve mortelsamenstelling voor de bouw van een metselwerk uit natuurlijke en milieuvriendelijke materialen. Het grootste deel van de samenstelling bestaat uit zand. Kalk in combinatie met cement wordt meestal als bindmiddel gebruikt.
Deze kalkmortels hebben een goede verwerkbaarheid en hoge flexibiliteit, maar men dient rekening te houden met de minder hoge hechtsterkte en langzamere verharding.

 

 

Metselmortel voor dunne voegen

Voor gevels met een dunne voeg zal de ruwheid en onregelmatigheid van de bakstenen mee bepalen welke voegdikte het best kan aangehouden worden. Daarom is het aan te raden om eerst een proefmuurtje op te stellen.

Via de opbouw van een proefmuurtje, bestaande uit een aantal steenlagen met verschillende voegdiktes van 5 à 6 mm, kan men de strakheid van de gevel weergeven. Het belangrijkste criterium is de vlakheid van de lintvoeg en niet zozeer het beperken van de voegdikte.

Lijmmortel
Metsellijmmortels zijn industriële mortels, die door toevoeging van hulpstoffen verbeterde prestaties neerzetten. Dit resulteert in een duurzaam metselwerk met hogere sterkte dat ook minder gevoelig is voor het ontstaan van uitbloeiingen.
Metselwerk met dunne voegen wordt doorgaans niet opgevoegd. De lijmmortels zijn dan ook verkrijgbaar in verschillende kleuren. Indien u interesse heeft, kunt u bij ons de lijst opvragen van toon-op-toon kleuren. Dit betekent dat de kleur van de bakstenen bijna dezelfde is als de voegkleur. Dit zorgt voor een vlak gevelbeeld met een strakke look.

Dunmortel
Dunmortel is speciaal ontwikkeld voor traditioneel metselen met dunne voegen, maar heeft niet dezelfde kwalitatieve eigenschappen van een lijmmortel. Ook dunmortels zijn verkrijgbaar in verschillende kleuren.

Onderhoud


Wanneer algen en mossen voorkomen na een koude, donkere winterperiode kan u de zon en warmte even hun werk laten doen. Er zijn ook producten verkrijgbaar om algen en mossen te verwijderen.
Volg steeds de voorschriften van de leverancier. Een concentratie bleekwater (10-15%) zacht inborstelen, enkele minuten laten intrekken en vervolgens overvloedig afspoelen kan al heel efficiënt zijn.
We adviseren om bij elke behandeling een proef uit te voeren op enkele weinig of niet-zichtbare bakstenen om na te gaan of de textuur en eventuele bezanding niet worden aangetast.



Slijpstof is vaak heel moeilijk te verwijderen. Afhankelijk van de mate waarin het slijpstof in de poriënstructuur van de bakstenen is gedrongen, kan geprobeerd worden bij droog metselwerk het slijpstof af te blazen met perslucht of te reinigen met zuiver water en een zachte borstel. Is de vervuiling door slijpstof op de bakstenen te hardnekkig? Dan kan het noodzakelijk zijn om een beroep te doen op een gespecialiseerde aannemer in gevelrestauraties. Het is voor elke behandeling aangeraden eerst een test te doen over een kleine, weinig zichtbare oppervlakte om na te gaan of de kleur en oppervlaktetextuur niet beschadigd worden.

Informeer bij ons voor meer informatie.

 

Een eerste behandeling kan uitgevoerd worden door met een borstel het droog metselwerk te reinigen. Gebruik hiervoor een borstel dat de bezanding en de textuur niet aantast. Ook reiniging met zuiver water en een borstel kan helpen het grootste deel van de uitbloeiing te verwijderen.

Indien nodig kan een chemische behandeling met een lichtzure oplossing toegepast worden. Voor het verwijderen van uitbloeiing op metselwerk zijn verschillende producten verkrijgbaar. Zorg hierbij steeds voor een goede afscherming van omliggende materialen en volg de uitvoeringsvoorschriften van de leverancier. Vermijd producten op basis van zoutzuur. Deze kunnen de kleur van de gevelstenen en de voeg aantasten. Het kan vaak nodig zijn de behandeling te herhalen om het gewenste resultaat te bekomen.
Bij hardnekkige uitbloeiingen kan het noodzakelijk zijn een beroep te doen op een gespecialiseerde aannemer in gevelrestauraties. Informeer bij ons voor meer informatie.

Het is voor elke behandeling aangeraden eerst een test te doen op een kleine, weinig zichtbare oppervlakte of de kleur en oppervlaktetextuur niet beschadigd worden.

 

Het reinigen van de cementsluier of mortelresten start na het uitharden van de mortel. Verwijder eerst de grootste morteldelen met een borstel (geen staalborstel). Gebruik geen te harde borstel, aangezien deze de kleur van het zand of de textuur kan beschadigen. Daarna kan je de gevel reinigen met zuiver water, al dan niet onder hoge druk of met behulp van een zachte borstel. Vermijd een puntstraal, bewaar voldoende afstand en wees voorzichtig voor metselwerk met bezande stenen. Informeer bij twijfel naar het gebruikte steentype. Probeer op een kleine, weinig zichtbare zone uit welke straal het beste effect heeft zonder de kleur en de textuur van de steen aan te tasten.

Resterende mortelresten en cementsluier kunnen verwijderd worden met een chemisch product. Hiervoor zijn verschillende producten verkrijgbaar. Zorg voor een goede afscherming van omliggende materialen en volg de uitvoeringsvoorschriften van de leverancier. Vermijd producten op basis van zoutzuur, aangezien deze de kleur van de gevelstenen en de voeg kunnen aantasten.
Het kan vaak nodig zijn de behandeling te herhalen om het gewenste resultaat te bekomen.

Het is voor elke behandeling aangeraden eerst een test te doen op een kleine, weinig zichtbare oppervlakte om eventuele beschadiging van de oppervlaktetextuur of kleur na te gaan.