GevelstenensEptEm 3005

Technische informatie

Kleur omschrijving
De kleur is wijnrood onbezand tot in de massa.
Afmeting (L x B x H)
ca. 220x72x52 mm (LxBxH)
Aantal / m² met een traditionele voeg
68 (12 mm)
Aantal / m² met een dunne voeg
77 (6 mm)

reportage sEptEm 3005

Ecologische baksteen ‘sEptEm 3005’ versterkt de dorpse architectuur dankzij warme karakter

Ecologische baksteen ‘sEptEm 3005’ versterkt de dorpse architectuur dankzij warme karakter

In & Out Architecture doorbreekt met ‘Residentie Lea’ de monotone lintbebouwing en creëert een ware eyecatcher in het straatbeeld

‘Residentie Lea’ omvat 5 duurzame BEN projectwoningen, waarvan er op heden drie gerealiseerd werden. Dit bouwproject is gelegen langs een provincieweg en springt meteen in het oog door zijn opmerkelijke architecturale vormgeving.

Referenties

Zoek volgens gemeente





Referentie lijst sEptEm 3005
Postcode Stad Straat Metselverband Voeg Voegkleur Raam Dakbedekking Opmerkingen
9310 Baardegem Margrietstraat 72-74 Wildverband 6 mm zwart plat appartementen
1325 Corroy le Chateau Rue Antoine Quintens 36 Klezorenverband 12 mm Rood hout zink vrijstaand
9000 Gent Einde Were 35 Klezorenverband 6 mm Rood kwartsgrijs plat appartement
9630 Hundelgem Hundelgemsebaan ca. 111 Wildverband 4 mm zwart rood-bruine tegelpan groepswoningen
2950 Kapellen De Vloeiende Klezorenverband 6 mm zwart rood-bruin Cohousing project
1755 Kester Kesterweg 66 10 mm zwart vrijstaand - kettingverband
3680 Maaseik Eerste straat 23 Klezorenverband 10 mm Bruinrood donkergrijs plat kleuterschool De Beverburcht
3770 Membruggen (Riemst) Dorpsstraat Wildverband 8 mm zwart zwarte kunstlei appartement
7700 Mouscron Chaussée de Roubaix Wildverband 6 mm zwart appartement
9810 Nazareth Roombaardstraat 42a Klezorenverband 12 mm Rood donker plat appartement-combinatie hout
Print alle

Verwerkingstips

Voorbereiding werf

Kwalitatief en mooi metselwerk nastreven, begint bij het opslaan van de aangevoerde stenen. De pakken worden geplaatst op een droge ondergrond, en beschermd tegen regen en opspattend vuil.

De gevelstenen worden vervaardigd uit de natuurlijke grondstof klei. Dit houdt in dat er tussen de opeenvolgende producties van eenzelfde steensoort kleur en maatverschillen mogelijk zijn.

Dit kan zo veel mogelijk vermeden worden dankzij volgende voorzorgsmaatregelen:

  • Een bestelling behelst de totale hoeveelheid nodig voor de betreffende werf. Zo kan deze voorbehouden worden uit éénzelfde productierun.
  • Bij afroep laat men meteen de totale hoeveelheid stenen leveren. Indien de levering toch in meerdere keren moet gebeuren, worden steeds een aantal pakken uit de vorige levering met een aantal pakken uit de nieuwe levering gemengd. Dit wordt ook sterk aangeraden in geval van een nabestelling.
  • De gevelstenen neemt men diagonaal van boven naar onder uit de pakken.
  • Gevelstenen uit minimum vijf verschillende pakken simultaan mengen en verwerken.
  • Voor het uitpassen met gevelstenen op de werf neemt men eenheden uit de levering effectief bestemd voor deze werf. Men mag hiervoor niet louter rekenen met de theoretische afmetingen van de betreffende gevelsteen, en ook geen stalen gebruiken van een andere dan de voor deze werf voorbehouden productierun.
  • Vóór aanvang van de metselwerken, controleert men de leveringen visueel om eventuele niet-conformiteiten op te merken.
  • Bij vriesweer niet metselen of het ‘verse’ metselwerk beschermen met isolerende matten, om vorstschade aan de mortel te voorkomen. 
  • Bij aanhoudend droog en warm weer bevochtigt men licht het ‘verse’ metselwerk om te vermijden dat de mortel te snel uitdroogt.
  • Bij neerslag niet metselen om uitspoelen van mortel op de gevel te vermijden.

Metselen met Brick 7

Kantelen van de baksteen

Het beste resultaat bekomt men door de Brick 7 eerst vooraan neer te leggen en dan nauwgezet naar de achterzijde van het gevelvlak toe te kantelen. Zo drukken we de mortel samen naar de binnenzijde van het spouwblad.

Aanbrengen legmortel en voegmortel

Bij het aanbrengen van de voegmortel ervoor zorgen dat de legmortel (bij een klassieke voeg) en de dun- of lijmmortel (bij een dunne voeg) voldoende over de breedte van de steen wordt aangebracht, minimaal 5 cm. Men dient er wel steeds op toe te zien dat achterzijde van het buitenspouwblad vrij is van mortelresten en deze indien nodig af te strijken. Dit om contactpunten met de isolatie of het binnenspouwblad te vermijden. Bij navoegen moet er voldoende ruimte zijn voor het aanbrengen van een stevige afwerkingsvoeg, ca. 2 cm.

Kopvoegen

Een dichte kopvoeg resulteert in een betere lucht- & vochtdichtheid van het buitenspouw blad. Hierdoor beperkt men dus ook de warmtedoorlaatbaarheid.

Bepalen van de optimale voegdikte bij dunne voeg

De ruwheid en onregelmatigheid van de stenen bepalen welke voegdikte het best kan aangehouden worden bij metselwerk met dunne voegen.
Daarom is het aan te raden om eerst een proefmuurtje op te stellen.
Via de opbouw van een proefmuurtje, bestaande uit een aantal steenlagen met verschillende voegdiktes (4 mm, 5 mm, 6 mm), kan men de strakheid van de gevel weergeven.
Het belangrijkste criterium is namelijk de vlakheid van de horizontale voeg (lintvoeg) en niet zozeer het beperken van de dikte van de voeg.

Reinigen van metselwerk

RESTEN VAN METSELMORTEL

Na verharding van de mortel verwijdert men eerst de grootste morteldelen met een borstel (geen staalborstel). Daarna de gevel reinigen met zuiver water, al dan niet onder hoge druk of een zachte borstel. Vermijd een puntstraal en bewaar voldoende afstand om aantasting van de oppervlaktetextuur en -kleur te vermijden.

Resterende vlekken kunnen eventueel verwijderd worden met een chemisch product geschikt voor het verwijderen van cementsluier. Vermijd steeds producten op basis van zoutzuur. Deze kunnen de kleur van de stenen en voegvulling aantasten. Vooraleer de gevelstenen met een chemisch product te behandelen, steeds een test doen op niet-verwerkte materialen of een beperkt niet-zichtbaar oppervlak en steeds na inwinnen van technisch advies van de leverancier. Het kan nodig zijn de behandelingen te herhalen om alle mortelresten te verwijderen.

Uitbloeiingen voorkomen

Baksteenmetselwerk wordt soms ontsierd door witte uitslag. Deze uitslag wordt veelal veroorzaakt doordat er gemetseld is onder ongunstige weersomstandigheden. Vaak worden vanwege een strakke planning en een hoog bouwtempo niet de noodzakelijke beschermende maatregelen getroffen. Onder zeer vochtige omstandigheden kunnen in water oplosbare stoffen aanleiding geven tot uitslag op het oppervlak. In zowel het voor- als najaar kunnen na een vochtige periode (als het metselwerk weer opdroogt) de oplosbare stoffen als gevolg van vochttransport naar het oppervlak komen. Na verdamping van het water blijft een witte uitslag achter. (Bron: Uitslag op baksteenmetselwerk - Heidelberg Cement Group)

Enige uitslag op metselwerk kan altijd optreden. Er bestaat tot op heden geen enkele gevelsteen die in combinatie met een bepaalde mortel en of voegspecie gegarandeerd uitbloeiingsvrij is.
Wel kan men bepaalde eenvoudige voorzorgsmaatregelen nemen  die het gevaar van uitbloeiingen minimaliseren (om sterke bevochtiging van vers metselwerk tegen te gaan):

  • tijdens de uitvoering het vers metselwerk over een hoogte van minstens 60 cm beschermen (wel ventilatie toelaten) 
  • voorlopige regenwaterafvoerbuizen plaatsen om te vermijden dat het metselwerk zeer vochtig wordt
  • niet metselen bij slagregen